Jaarupdate 2023-2024 Sentinel: "De Onzichtbare Dreiging van Ziekenhuisinfecties in de Diergeneeskunde"

26 oktober 2024 21:24

Nosocomiale infecties, ook wel ziekenhuisinfecties genoemd, zijn een bekend probleem in de humane geneeskunde. ESKAPEE-pathogenen (Enterococcus species, Staphylococcus aureus, Klebsiella pneumoniae, Acinetobacter baumannii, Pseudomonas aeruginosa, Enterobacter species en Escherichia coli) vormen hierin een belangrijke groep. Deze bacteriën zijn bekend vanwege hun multiresistentie tegen antibiotica en hun vermogen zich snel te verspreiden via handen en apparatuur. Onderzoeker Thijs Stringer1 wijst erop dat deze infecties niet alleen mensen kunnen treffen, maar ook dieren in dierenziekenhuizen. 

 

Gevolgen voor Gezondheid en Financiën 

‘In de humane geneeskunde kennen we dit soort bacteriën al lang, maar nu zien we ze ook in de Diergeneeskunde,’ vertelt Thijs Stringer. ‘Dit betekent niet alleen een bedreiging voor de gezondheid en het welzijn van dieren, maar het kan ook financiële gevolgen hebben voor de eigenaren en de klinieken zelf.’ 

 

Toename van Bacteriën 

Onderzoeker Thijs Stringer benadrukt dat deze bacteriën een serieuze uitdaging vormen. Ziekenhuisinfecties bij dieren kunnen leiden tot gezondheidsproblemen en extra kosten. Er bestaat ook een risico op overdracht tussen mens en dier, zoals bleek uit uitbraken van methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Universiteitsklinieken voor paarden in Zweden en Nederland. In deze gevallen werden dezelfde MRSA-stammen gevonden in paarden, ziekenhuispersoneel en de omgeving. 

‘In een Universiteitskliniek in de Verenigde staten zorgde salmonella voor een uitbraak bij 27 paarden,’ vervolgt Stringer. ‘Daarnaast hebben we een geval gezien van een Acinetobacter-uitbraak op de intensive care van de gezelschapsdierenkliniek in Utrecht. Dit soort incidenten benadrukken het belang van effectieve infectiepreventie.’ 

 

Het Belang van Preventieve Maatregelen 

In de humane gezondheidszorg zijn er al jaren bewezen protocollen voor infectiepreventie. Onderzoeker Thijs Stringer stelt dat soortgelijke maatregelen essentieel zijn in de Diergeneeskunde. Geschat wordt dat 30-70% van de ziekenhuisinfecties in de humane gezondheidszorg kan worden voorkomen door preventieve maatregelen. ‘Wij geloven dat een aanzienlijke hoeveelheid infecties in paardenklinieken kan worden voorkomen door strikte naleving van hygiënemaatregelen,’ licht Stringer toe.  

 

Cruciale Rol van Monitoring 

Een cruciaal element van een succesvol infectiepreventiebeleid is monitoring. Onderzoeker Thijs Stringer legt uit dat het belangrijk is om ziekenhuisinfecties te volgen en veelvoorkomende plekken waar de bacteriën zich kunnen ophopen te identificeren. Daarbij is het ook van belang om in kaart te brengen hoe deze infecties worden overgedragen.  

Stringer vertelt dat er aanwijzingen zijn dat ziekenhuisinfecties ook met enige regelmaat voorkomen in de Universiteitskliniek voor Paarden (UKP) ‘In 2006 en 2008 waren er uitbraken van de ziekenhuisinfectie MRSA in de UKP. De omgeving en mogelijk ook personeel speelden een rol bij de verspreiding.’ 

 

Het SENTINEL-Project: Een Stap Vooruit 

Het SENTINEL-project is opgezet om een monitoringssysteem te ontwikkelen voor het inschatten van de risico’s op ziekenhuisinfecties en het in kaart brengen van verzamelplaatsen en overdrachtsroutes van bacteriën. Onderzoeker Thijs Stringer legt uit dat dit project begon met de ontwikkeling van een surveillanceprotocol voor de Intensive Care Unit (ICU) van de Universiteitskliniek voor Paarden (UKP). 

‘Tijdens twee periodes hebben we monsters verzameld van in totaal 30 patiënten. Het ging hierbij om patiëntgebonden monsters, zoals bijvoorbeeld swabs van wondinfecties, de neusholte, mest en intraveneuze kathetertips,’ vertelt Thijs Stringer. ‘Daarnaast verzamelden we ook monsters uit de directe omgeving van de paarden, zoals van de drinkbak of deurknop van de stal en omgevingsmonsters van oppervlakten die vaak door personeel en studenten worden aangeraakt, zoals medicijnkarren en koffietafels.’ 

 

Resultaten Monsterverzameling 

In de eerste periode werden 14 paarden en hun omgeving bemonsterd. Onderzoeker Thijs Stringer vertelt dat bij 13 van deze paarden één of meer multiresistente bacteriën werden gevonden in feces, neus en/of omgevingsmonsters. Tijdens de tweede bemonsteringsperiode werden 16 andere paarden en hun omgeving bemonsterd. Hierbij werden er bij alle paarden één of meer bacteriën gevonden. Gelukkig werden er, ondanks de gevonden bacteriën, bij geen van de geïncludeerde paarden klinische infecties gevonden. 

Vooral MRSA en Acinetobacter baumannii werden in veel monsters van verschillende paarden gevonden waarbij het bij meerdere paarden zo was dat op de dag van opname in de ICU er niets gevonden werd maar op de dag van ontslag wel. De gevonden MRSA en Acinetobacter baumannii bacteriën werden geselecteerd voor verdere typering met behulp van Whole Genome Sequencing. ‘We ontdekten genetisch verwante clusters van deze bacteriën,’ vertelt onderzoeker Thijs Stringer. ‘Dit wijst op overdracht van deze bacteriën tussen paarden tijdens hun verblijf in de kliniek en op de aanwezigheid ervan in de kliniekomgeving gedurende langere tijd.’ 

Invoering van Extra Hygiënemaatregelen 

Ondanks dat er geen klinische infecties werden gevonden tijdens de studieperiode, wijzen de bevindingen wel op transmissie van bacteriën in de kliniek en daarom werd er na de eerste ronde gekeken of extra hygiënemaatregelen ingevoerd konden worden en of die invloed hebben op deze transmissie. Zo werd het verplicht handschoenen te dragen bij het betreden van een IC-patiëntstal. Ook werden er extra prullenbakken voor afval geplaatst en werd er meer nadruk gelegd op handhygiëne. Het effect van deze maatregelen kan op dit moment nog niet volledig geëvalueerd worden vanwege het lage aantal patiënten en de diversiteit aan ziekteverwekkers. 

Belang van Voortdurende Monitoring en Hygiëneprotocollen 

De bevindingen van deze pilotstudie benadrukken het belang van voortdurende monitoring en evaluatie van hygiëneprotocollen. Onderzoeker Thijs Stringer concludeert dat de aanwezigheid van ESKAPEE-pathogenen (bacteriën) een potentieel risico vormt voor ziekenhuisinfecties en dat verder onderzoek nodig is om plekken waar de bacteriën zich kunnen ophopen te identificeren en in meer detail te vast te stellen hoe ze worden overgedragen. 

‘Deze studie heeft aangetoond dat ESKAPEE-pathogenen aanwezig zijn in de Universiteitskliniek voor Paarden,’ vertelt Thijs Stringer. ‘Dit benadrukt de noodzaak van goede hygiëne- en infectiepreventieprotocollen.’